Pagina's

vrijdag 11 mei 2012

Breaking news!!! Erik Gerritsen en betere diagnostiek???



JeugdCafé in debat over keuzes in de jeugdzorg
8 mei 2012





“Er zijn grenzen aan preventie”, stelde Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam. “Onzin”, vond Laurent de Vries, algemeen directeur van GGD Nederland. “Er moet juist meer aandacht en geld komen (ja, vooral geld!!!) voor lichte hulp en preventie”. Marion Suijker, wethouder Jeugd in Gouda, pleitte voor verbinding. “Breng alle werelden rond jeugdzorg bij elkaar, werk preventief, maar grijp in zodra zaken dreigen te ontsporen.”

Drie visies, drie gastsprekers en een zaal vol betrokken ambtenaren en professionals. Dat was de setting van het tweede VWS JeugdCafé over ‘Keuzes achter de voordeur’.

Ook deze tweede aflevering van het Jeugdcafé, op donderdag 26 april, mocht zich verheugen in een grote opkomst. Vanaf 16.00 uur druppelden mensen, allen op landelijk niveau betrokken bij de stelselwijziging zorg voor jeugd, binnen.

Waarna Léon Wever, directeur Jeugd (VWS), en Marcel René Bamberg, vicevoorzitter van NJR (Nationale Jeugdraad), om 16.30 uur gezamenlijk de officiële aftrap gaven van weer een prikkelende discussie over een actueel thema in het jeugddomein. ‘Keuzes achter de voordeur’ stond dit keer centraal. De ophanden zijnde stelselwijziging jeugd stelt gemeenten in staat diverse keuzes te maken. Maar welke keuzes moeten zij dan maken? Kinderen sneller uit huis plaatsen om ‘liefdevolle verwaarlozing’ te voorkomen? Of juist extra inzetten op hulp en ondersteuning om een kind thuis te laten wonen. (daar pleiten de echte proffessionals al jaren voor) Erik Gerritsen, Laurent de Vries en Marion Suijker gingen met elkaar en de zaal dieper op de materie in.

Grenzen aan preventie

“Er zijn grenzen aan preventie”, was de duidelijke stelling van eerste spreker Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter bij Bureau Jeugdzorg Amsterdam. “Ook de stadsregio  Amsterdam is volop bezig met het organiseren van Eigen Kracht-conferenties en anderszins zoveel mogelijk te normaliseren. Normaliseren betekent dat je de jeugdzorg zo veel mogelijk  importeert in het gewone leven. Ongetwijfeld kun je daarmee het beroep op zware jeugdzorg reduceren, mogelijk wel met 40 procent op de langere termijn. Tegelijkertijd heeft het ongericht massaal inzetten op preventie ook een schaduwkant. Dan wordt iedereen een potentieel probleemgeval (dat gebeurt al tientallen jaren) en leidt te snelle stigmatisering tot een door doorgeslagen preventie zelf onnodig gecreëerde groep probleemgevallen. Veel probleemgedrag van kinderen hoort tot de normale ontwikkeling waar je juist met vallen en opstaan vanzelf uit groeit. Eenzijdige aandacht voor preventie leidt ook tot wegkijken van de ongemakkelijke waarheid in de jeugdzorg: het bestaan van zeer ernstige vormen van kindermishandeling.

‘Gebroken schepping’

Gerritsen introduceerde in dit kader de theorie van de ‘gebroken schepping’. “Er is nu eenmaal een groep mensen voor wie preventie niet werkt. Denk aan de moeder met vier kinderen van vier verschillende mannen die alle vier in de gevangenis zitten. Of de heroïnehoer die toch weer zwanger wordt, omdat ze in die hoedanigheid meer geld kan verdienen. In dit soort gevallen is het beter om snel en stevig in te grijpen. Niet alleen in het belang van de kinderen, maar ook – of juist – van de ouders. Stevig ingrijpen leidt misschien nog tot herstel van de ouder-kind relatie.”

Aandacht en geld naar lichte hulp

Tweede spreker Laurent de Vries, algemeen directeur van GGD Nederland, poneerde een tegenovergestelde visie. “Er moet meer aandacht en geld komen voor lichte hulp en preventie.” De Vries verwees in zijn pleidooi naar een spraakmakend artikel in de Volkskrant van 21 april jl.: 'Laat kinderen met rust'. Hierin stelt pedagoog Ido Weijers dat alle aandacht voor preventie  ten koste gaat van de zware zorg. “De werkelijkheid is echter,” schetste Laurent de Vries, “dat alle aandacht nú juist uitgaat naar de zware zorg. En we gaan daarmee voorbij aan het belang van de lichte hulp. De meeste mensen in Nederland weten helemaal niet hoe belangrijk de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is. Hoe wij met relatief weinig geld een enorm potentieel aan kinderen bereiken. De kracht van de JGZ ligt juist in preventie. En daar valt nog winst te behalen als we zaken als huisvesting, onderwijs, werk, participatie, schuldenproblematiek, etc., bij onze kerntaken betrekken. “

“Het klopt niet, wat Erik Gerritsen stelt”, vervolgde Laurent de Vries. “Je creëert geen probleem met lichte hulp, je lost juist problemen op. Onze hulpverleners kunnen ouders geruststellen???‘dit pubergedrag is heel normaal’) en meedenken (en door een laagopgeleide jeugdzorgmedewerkster je kind snel uit huis zien plaatsen. Er hoeft niet 'meegedacht' te worden, er moet proffesioneel gediagnosticeerd worden. Laat de fantasieën van de amateurs met opleidingsniveau sociaal werkster er alsjeblieft buiten) En daarmee erger voorkomen.”

Werelden bij elkaar brengen

Wethouder Jeugd in Gouda, Marion Suijker, zag in beide voorgaande pleidooien lichtpunten. “Eens met Laurent die zegt dat we preventief moeten werken. Maar ik denk ook dat Erik gelijk heeft als hij zegt dat ingrijpen noodzakelijk is bij zaken die dreigen te ontsporen.” Suijker zag vervolgens een duidelijke rol weggelegd voor zichzelf. “Ik moet deze twee mannen dus bij elkaar brengen, zware versus lichte hulp. Maar hoe doe je dat als gemeente? Ik zou willen beginnen bij waar het eigenlijk om draait: de kinderen."( fout, de gezinnen. Als gezinnen (ouders) daadwerkelijk effectieve hulp onthouden wordt, omdat hun kinderen gewoon een nummer zijn in de kaartenbak, waar ze per stuk geld voor krijgen, creëert de zogenaamde hulpverlening steeds meer probleemkinderen) Om te illustreren hoe gemeenten kunnen helpen bij het succesvol aanbieden van jeugdzorg, gaf Suijker een voorbeeld uit ‘haar’ praktijk. “Drie weken geleden ontmoette ik op een werkbezoek een moeder, licht verstandelijk beperkt, met drie kinderen. Zij kwam uit de gevangenis in het buitenland en moest hier haar bestaan opnieuw vormgeven. Het enige dat zij graag wilde, was werk en haar kinderen bij zich. Maar door alle regels die op haar bijzondere situatie van toepassing waren, lukte dat niet zomaar. Ik kreeg haar niet uitgelegd waarom niet. Het is straks aan gemeenten om die berg aan regelingen bij elkaar te brengen en te structureren. Zodat de ene cliënt weet waar zij aan toe is en daarop actie kan nemen. Mensen in hun eigen kracht zetten. Dat is wat gemeenten straks kunnen doen.” (maar wat ze door desinteresse, gebrek aan kwaliteit en volgens eigen zeggen gebrek aan geld, vaak zullen nalaten)

Keuzes maken

Onder leiding van Léon Wever en  Marcel René Bamberg ontspon zich vervolgens een discussie die veel kernpunten in de vormgeving van een nieuw jeugdzorgstelsel raakte. Erik Gerritsen verdedigde zijn stelling met het argument dat preventieve campagnes bewezen niet helpen. “We zijn doorgeslagen in preventie. Terwijl het grootste verdienpotentieel juist zit in de zware problematiek, blijkt ook uit onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut. En als de JGZ inderdaad zo goed werkt, waarom moet het dan nog beter?” ventileerde hij richting Laurent de Vries. “De JGZ is goed”, pareerde De Vries, “maar de diagnostiek kan beter.” En daarmee raakte hij de kern van het thema dat in dit JeugdCafé centraal stond. Plaats je kinderen sneller uit huis of kies je voor het risico van ‘liefdevolle verwaarlozing’? (of liefdeloos misbruikt worden in een pleeggezin of jeugdzorginstelling, inderdaad een moeilijke keuze)

Goeie diagnostiek

Erik Gerritsen beaamde het belang van goede diagnostiek. (Wat zeg je nou, Erik? Goede diagnostiek? Daar hebben we je nog niet eerder over gehoord.) “De deskundigheid die binnen de jeugdzorg bestaat, (die deskundigheid betwijfelen veel ouders en echte deskundigen) moet worden overgeheveld naar de jeugdgezondheidszorg. Maar dat is nog niet eenvoudig. Marion Suijker voegde toe dat goede diagnostiek ook vaak draait om maatwerk. “Hulpverleners moeten de thuissituatie van gezinnen goed kennen. De broertjes en zusjes zien. Bekend zijn met hun leefomgeving: school, sportclub of buurthuis. De lijn dichtbij het gezin versterken.” Er ontstond een discussie over de verschillende lijnen in de jeugdzorg. En over de definitie van preventie. Is preventie ingrijpen op het moment dat er problemen zijn? Of bedoelen we met preventie ‘screening vooraf’? ('screening vooraf' betekent in het geval van Jeugdzorg meestal speculatie en insinuatie, waarbij het richtsnoer voor de jeugdbeschermer het eigen geweten is. En dat is niet zo'n betrouwbare richtsnoer gezien het feit dat zij in de rechtszaal niet onder ede staan. Men wil nogal eens kinderachtig 'gelijk' hebben)

Maatwerk en langdurige inzet

Vanuit de zaal werd geopperd dat in elk geval de cliënt centraal moet staan. (Geld staat centraal in de Jeugdzorg, niet de ouders en kinderen die om hulp vragen.) Zorginstellingen moeten bieden wat de cliënt nodig heeft. Laurent de Vries: “Als je het kind centraal zet, (het hele gezin moet centraal staanhet kind is onderdeel van een organisch geheel, zijn ouders, school, vriendjes, etc. Jeugdzorg rukt al jaren gezinnen uiteen op basis van leugens en insinuaties. Het kind centraal stellen staat gelijk aan het ouders buiten sluiten. Jeugdzorg creëert een kunstmatige tegenstelling met haar mantra 'het belang van de jeugdige', omdat als zij aan de kant van het kind staat, daarmee de ouders automatisch aan de andere kant staan. Advocaat Peter Prinsen heeft eens uitgelegd hoe de oorspronkelijke betekenis van 'het belang van het kind' door Jeugdzorg uit zijn verband is gerukt. In het kader van de Rechten van de Mens, werden er ook de rechten van het Kind opgesteld (IVRK) Men benadrukte de intrinsieke waarde van het kind tegenover de 'gebruikswaarde' van het kind. Men wilde kinderen in ontwikkelingslanden er bijvoorbeeld tegen beschermen dat ze zouden worden ingezet als kindsoldaat in een Burgeroorlog. Dit 'belang van het kind' (de intrinsieke waarde) is in de welvaartslanden een eigen leven gaan leiden ( hier zijn geen kindsoldaten) en men is onder dit begrip van alles gaan verstaan. Dit heeft de invloed van kinderbeschermingsorganisaties buitensporig groot gemaakt en de rechten van het kind geplaatst tegenover het recht op ouderschap. In ons systeem zijn de ouders het gebruiksvoorwerp en heeft het ouderschap geen intrinsieke waarde meer!) kunnen de jeugdzorg en de jeugdgezondheidszorg heel goed samen. Rest ons het aanbod in eenduidige taal te verbinden en de financieringsstromen te reguleren.” En graag langdurige inzet, klonk het daarop vanuit de zaal. ‘Maatwerk en langdurig’ bleken toverwoorden, waarin veel aanwezigen zich konden vinden. “Ja, we zijn te weinig bij de mensen thuis, dat gaan we beter doen”, gaf Erik Gerritsen toe. “Maar dat kan alleen als politici verder kijken dan een bestuursperiode van één of twee jaar. Dan moeten we volhouden en langdurig investeren.” Laurent de Vries: “De taak van de overheid is de talrijke initiatieven die overal in het land ontstaan, langdurig te blijven volgen en steunen. Zodat uiteindelijk de zorg voor jeugd daadwerkelijk verbetert.”

Ondersteuning Rijk

“De wil is er”, mengde Léon Wever zich in het debat. Om zich vervolgens te richten tot Erik Gerritsen. “Maar waarom doet Bureau Jeugdzorg dan zo weinig met de informatie die de jeugdgezondheidszorg heeft over de gezinnen?” “Goed punt”, reageerde Gerritsen. “Dat moet absoluut veel beter in de toekomst. Privacy is een non-argument in deze. Bij conflict van plichten is het een professionele plicht om privacy te schenden als er sprake is van (risico op) kindermishandeling. Het is ook vreemd dat gezinsvoogden die namens de overheid optreden niet standaard kunnen beschikken over gegevens de bij andere overheidsinstanties beschikbaar is.” (Gelukkig maar, want de jeugdzorgmedewerker, op niveau sociaal werkster, behoeven niet aan waarheidsvinding te doen. Er moeten bezettingsgraden worden gehaald. Het geld moet binnen komen. Ieder 'gecreëerd probleemgezin' levert een zak met geld op. Ouders zijn al jaren bekend met het pruts en leugenwerk van Jeugdzorg. Is er eenmaal valse informatie over het gezin opgenomen in het volgsysteem, dan blijft dit de ouders achtervolgen. Niet alleen van school tot school (Centra voor Jeugd en Gezin) , maar ook van ziekenhuis tot consultatiebureau, waar je straks voor elke blauwe plek van je kind het AMK op je afgestuurd krijgt.)

Cliënt eigenaar van informatie

Op de valreep kwam nog een constructieve bijdrage vanuit de zaal. “Laten we gezinnen weer eigenaar laten worden van hun eigen dossier”, bepleitte een ervaren beleidsmanager, zelf moeder. Debatleider Léon Wever zag hierin de verbinding van deze middag. “Het eigendom van de informatie moet weer in handen komen van de cliënt zelf.” Waarop Erik Gerritsen het debat afsloot met de opmerking: “Dat is een droom die ik per direct zou willen waarmaken. Ik neem de noodkreet van deze moeder uit de zaal mee terug naar Amsterdam (en doe er vervolgens helemaal niets mee). Het wordt hoog tijd dat ouders en kinderen weer eigenaar worden van hun eigen informatie. Eigenaar van hun eigen verhaal!” ( Dit vat exact het probleem samen! Mensen die denken in termen van 'verhaal' zitten op de fantasiefrequentie. In die benadering heeft iedereen zijn eigen interpretatie en binnen een systeem waar de macht in handen is van de kinderbeschermers, omdat zij de meeste invloed kunnen uitoefenen op de kinderrechter (door gemanipuleerde dossiers mee te nemen naar de zitting) zal de kinderbeschermings-'interpretatie' altijd de boventoon voeren. Dat wil zeggen: suggestie, insinuatie, doelbewuste valse informatie van kwaadwillige informanten (bijv. jaloerse ex, burenruzie). Dit is de reden waarom ouders blijven hameren op een onderzoek naar (diagnostische - en actuele gezinsomstandigheids) feiten! Zodat ze eindelijk eens van deze 'verhalen' verlost worden)

En over mogelijke oplossingen om dat te regelen werd nog lang informeel nagesproken op het Kookplein in Den Haag. Onder genot van een hapje en een drankje en de muzikale kunsten van DJ Ravinez.

De JeugdCafés zijn een initiatief van het ministerie van VWS en de NJR (Nationale Jeugdraad). Bedoeling is in een informele setting met spraakmakende gasten en met elkaar in discussie te gaan over prikkelende thema’s (dramatische en beschamende thema's )rond het jeugdstelsel. Hiervoor zijn uitgenodigd, de bij jeugd betrokken rijksambtenaren en leden van de klankbordgroepen rond de stelselwijziging jeugd (alle brancheorganisaties, beroepsverenigingen en cliëntenorganisaties( de collabarateurs die een paar veren in hun kont krijgen om daarmee hun kritisch vermogen af te zwakken)).
Het volgende JeugdCafé staat gepland voor donderdag 5 juli.

           Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
C http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

2 opmerkingen:

  1. "Grenzen aan preventie" klinkt zo mooi als er niet gewogen wordt 'wat dan', met de schade die dan ontstaat aan het kind, dat uithuisgeplaatst zo 'veilig' heet te zijn.
    Zelfs een oelewapper weet dat in de biologische evolutie er bij vele zoogdieren hechting bestaat vanaf de geboorte.
    Bij de mens werkt het zelfs zo dat een gebrek aan de eigen ouders kennen, een levenlang kan wroeten en frustreren; het uithuisplaatsen is het wegnemen van de ouders kennen op termijn. Houdt het contact maar beperkt, BJZ, en het kind doet PAS e.d. op. Fijn voor de WAjong en zelfs voor meer reclassering! Dank BJZ en hun besturen en 'beleidsslapers'!
    Grenzen zonder normering op diagnostisch niveau geeft oorlogtrauma's.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hierbij een synoniem voor prikkelende thema's:

    Ondraaglijke overheidswaanzin

    BeantwoordenVerwijderen