Pagina's

donderdag 3 november 2011

Adri van Montfoort beleidsadviseur Jeugdzorg

E-mail verzonden aan Adri van Montfoort op 24 oktober 2011

Adri van Montfoort, beleidsadviseur AMK en Jeugdzorg, maakt deel uit van een iniatiefgroep die binnenkort met een manifest komt: ‘Appel voor een nieuwe Jeugdbescherming’, waarin zij pleiten voor een hervorming van het huidige stelsel. 

- Naast Centra voor Jeugd en Gezin (voor lichte opvoedproblemen) moet er een nieuwe instantie Jeugdbescherming komen.

- Deze nieuwe instantie moet de functies van AMK / Bureau Jeugdzorg en Raad voor de Kinderbescherming gaan overnemen.

- Er moet continuïteit komen in de hulpverlening, wat betekent dat de constante wisseling van gezinsvoogden een halt moet worden toegeroepen. (Eén gezinsvoogd gedurende het hele traject)


Adri van Montfoort, adviesbureau voor Jeugdzorg en Jeugdbeleid

mailto:avm@vanmontfoort.nl?subject=mail%20vanaf%20website

Geachte heer van Montfoort,

Met belangstelling heb ik uw lezing van 4 oktober 2011 over het AMK gelezen. Hoewel ik een kritische ouder ben, die persoonlijk met zijn gezin zeer negatieve ervaringen heeft met het AMK, moet ik eerlijk bekennen dat het werk van kinderbeschermer geen gemakkelijke taak is. U bent in uw lezing kritisch over hoe bepaalde zaken tijdens een onderzoek verlopen, maar tevens realistisch t.a.v. de eeuwige spagaat tussen feiten en vermoedens. Wat te doen als er geen mishandeling aangetoond kan worden, maar er wel ernstige vermoedens bestaan?

Dat is ook een lastig gegeven, alleen wordt er door het AMK altijd geredeneerd vanuit de veiligheid van het kind en nooit vanuit de goede bedoelingen van de ouders. Naar mijn mening zijn de folders van het AMK waarin vermeld wordt dat er 'samen met de ouders wordt gezocht naar de beste oplossing voor het kind' erg bedrieglijk. Zo ervaren de meeste ouders het helemaal niet.

Ik schrijf u deze mail als schrijver / journalist die onderzoek doet naar valse zorgmeldingen, waarbij ik 30 verschillende gezinssituaties beschrijf, waarbij de meldingen soms ernstige gevolgen hadden voor de kinderen en maar vooral voor de ouders. Die zijn in mijn ogen het 'ondergeschoven kindje' in de wereld van kinderbeschermingsorganisaties (en niet te vergeten de grootouders, ooms, tantes, etc.)

Uw lezing:

Voor een groot deel kan ik mij vinden in uw betoog voor hervorming van de hele organisatie van kinderbescherming; 'constructieve samenwerking', 'dicht bij de feiten blijven'; oppassen met een te ruime definitie van kindermishandeling; continuïteit in de aanpak en personen met wie het gezin te maken krijgt; en tenslotte alle onderdelen van het traject onderbrengen in één samenwerkingsverband. Een ambitieus plan waarbij ik concrete vragen aan u wil stellen over de uitvoering. 

Vragen bij de lezing:

1  Wat verstaat u precies onder checks and balances?

2 Waarom wilt u enkel in bepaalde situaties 'een vorm van contra-expertise' inzetten. 

Hebben ouders (die zich vals beschuldigd voelen) daar niet per definitie recht op?

3 Hoe verhoudt de contra-expertise zich tot het onderzoek van het AMK? 

(In de huidige situatie staat de Raad hoger in rangorde dan het AMK en kunnen ouders zich vrijgepleit zien door een Raadsonderzoek, als het AMK bevooroordeeld en eenzijdig negatief is geweest)

4 Krijgen rechters wel voldoende tijd om een juist oordeel te vellen? 

Het is vaak haastwerk in de rechtzaal en de rechter verlaat zich voor zijn vonnis 'voor de zekerheid' op het advies van Jeugdzorg, omdat hij / zij bang is voor het volgende 'geval Savanna'.  

5. Kan er in het civiele recht eigenlijk wel worden uitgegaan van feiten? 
Gezinsvoogden staan niet onder ede en er hoeft geen bewijs te worden geleverd voor hun uitlatingen over het gezin. Zou het niet beter zijn om alles in het strafrecht onder te brengen?

Het nadeel van het onderbrengen in het strafrecht is: Als er geen aantoonbare mishandeling plaats vind in een gezin en er zijn enkel vermoedens, dan is het spijtig voor het kind als later zou blijken dat het wel degelijk werd mishandeld, al konden de instanties daar geen bewijs / getuigen voor vinden. Zonder bewijs mogen ze in dat geval immers niet ingrijpen. 

Maar zoals de zaken er nu voor staan, (in een systeem van kinderen beschermingsmaatregelen zonder bewijsvoering) kan in geval van een valse melding, zonder bewijs een kind uit huis weggehaald worden. En dat is ook zeer spijtig,  zowel voor het kind als voor de ouders en de hele rest van de familie. (In het geval van jonge kinderen, zien de ouders ze i.v.m  de zogenaamde hechting van de kinderen aan de pleegouders, soms nooit meer terug)

6 Wat vindt u van de financiële kant van de zaak, wat betreft de quota?

Als een instelling een aantal geschatte uithuisplaatsingen opgeeft bij de overheid, wordt aan de hand daarvan de hoogte van de subsidie vastgesteld. Als het aantal u.h.p.'s dat jaar niet 'wordt gehaald', kan de subsidie voor het jaar daarop naar beneden worden bijgesteld. Bent u het met mij eens dat dit een eerlijke beoordeling van gezinnen in de weg kan staan?

7 Wat vindt u van de suggestieve kracht van de 'zorg' die professionele instanties zeggen te hebben?

Het komt regelmatig voor dat bijvoorbeeld een school moeilijk raad weet met kritische ouders die zich uitlaten over één of meer aspecten van het schoolbeleid. Als de school in het nauw komt, kan zij haar toevlucht nemen tot het doen van een zorgmelding om de ouders in een kwaad daglicht te stellen (eigen ervaring). Een schooldirectrice en een regiomanager komen geloofwaardig over op het AMK / BJZ, want ze zijn een soort van collega's van elkaar. Er wordt niet gauw vanuit gegaan dat een school slechte bedoelingen heeft. Als zij in de AMK- melding zeggen 'zorg' te hebben over het kind in de thuissituatie, staat dat op papier heel sympathiek. Niemand kan geloven dat de school de ouders belasterd, omdat zij geen trek heeft in een onderzoek naar pestgedrag en seksuele intimidatie, dat op de school heeft plaats gevonden. Wat moet er gebeuren met professionals die zelf mishandeling / misbruik willen toedekken, of om andere redenen een valse zorgmelding doen vanuit een conflictsituatie met ouders? 

8 Wat vindt u van de instelling van een tuchtraad en BIG registratie?
Er wordt vaak gekeken naar wat er verbeterd zou kunnen worden aan het systeem, gezien vanuit het standpunt van organisatie. Wat buiten beschouwing wordt gelaten zijn het slechte opleidingsniveau van veel gezinsvoogden en het amateurisme / onervarenheid van AMK onderzoekers.

Hoeveel kennis en / of mensenkennis hebben ze eigenlijk? Hoeveel levenservaring? Hebben ze zelf al kinderen? Dit zijn belangrijke vragen die niet vaak in evaluaties worden meegenomen.

Tijdens mijn studie voor pastoraal werker / godsdienstonderwijzer, werd mij vanwege mijn leeftijd het onderwijs als beroep aangeraden en nog geen pastoraat. Is dat ook niet een raadzaam advies voor mensen die zulke ingrijpende bevoegdheden krijgen als het aanvragen voor een spoed-u.h.p.? ("Gaat u eerst maar eens even wat meer levenservaring opdoen voordat u gezinnen uit elkaar mag rukken")

9 Als u alles onder wilt brengen in één groot systeem, hoe garandeert u dan dat de feiten voorrang krijgen boven de meningen? Een huidig AMK-rapport is in feite een meningeninventarisatie en geen onderzoek. In uw benadering wordt alles in één keer geregeld, dus vergissingen kunnen daarbij niet getolereerd worden.
N.B. Het zwaartepunt van uw hele betoog ligt in het hanteren van checks and balances, en juist daarover geeft u verder weinig uitleg. Om voor de verandering nu eens recht te doen aan de ouders, zou daar wel eens wat uitvoeriger op mogen worden ingegaan.

Met vriendelijke groet,

Sven Snijer

Tweede e-mail verzonden naar Adri van Montfoort op 3 november 2011

avm@vanmontfoort.nl

Geachte heer van Montfoort,

Deze email volgt op een eerdere email die ik u heb gestuurd op een ander email adres. Mocht u deze toch hebben ontvangen, dan kunt u dit bericht beschouwen als een aanvulling daarop en een toespitsing op mijn centrale vraag: Wat zal de rechtspositie van ouders, grootouders zijn in de door u voorgestelde veranderingen voor de werkwijze van het AMK?

In het onderzoek voor mijn boek naar ervaringen van ouders, grootouders en pleegouders met AMK en Jeugdzorg, kom ik gevallen tegen die zo schrijnend zijn, dat ik me oprecht afvraag of de mensen die het beleid en strategie van deze organisaties bepalen, wel een realistisch beeld hebben van waar theoretische plannen in de praktijk toe kunnen leiden.

Valse aantijgingen


Zoals ik al eerder schreef kan ik me in een groot deel van uw visie prima vinden, alleen besteedt u in uw AMK-lezing van 4 oktober 2011 weinig aandacht aan de rechtspositie van ouders. Wat als er sprake is van een valse melding? Hoe kunnen ouders zichzelf beschermen tegen valse aantijgingen om hun kind niet te verliezen op verkeerde gronden? Zolang er niet aan waarheidsvinding hoeft te worden gedaan door het AMK en BJZ zijn ouders per definitie de verliezers, die alleen met een hoop geluk (net een 'goeie' treffen) onder een OTS uit kunnen komen.

U heeft het over 'checks en balances' en 'een vorm van contra-expertise'. Ik en alle ouders in Nederland, zouden heel graag willen weten wat die zijn en of daar echt de rechtspositie van ouders mee wordt gegarandeerd. Zoals het nu gaat heeft jeugdzorg alle macht in handen en ouders lopen steeds achter de feiten aan. Een moeder die ik sprak zij het heel juist: 'in het kindvriendelijke Nederland zijn ouders vogelvrij verklaard'.

Ik zou het jammer vinden als de discussie over het verbeteren van de kinderbescherming in ons land, alleen achter gesloten deuren gevoerd wordt en de resultaten ervan slechts uitgedrukt worden in percentages van verbetering (Delta methode) ten opzichte van het beleid daarvoor. Want elk percentage verbetering in de nieuwe methode, staat voor een grote hoeveelheid benadeelde ouders die nog werden behandeld volgens de 'oude methode'. Zij krijgen geen verbeteringscijfers te zien, zij zijn gewoon hun kind kwijt.

Cold Case Team

Naar mijn idee zou er een Cold-Case Team moeten worden opgericht, om na te gaan waar het allemaal is mis gegaan bij veel gezinnen, in de tijd dat er nog niet werd 'geëngageerd', maar alleen opgelegd en gedwongen. Waarom komt AMK/BJZ nooit terug op haar fouten? Waarom is er geen echte controle op de manier waarop ze haar werk uitoefent? Een positievere manier van werken is heel mooi, maar garandeert niets. Er zijn in het maatschappelijke krachtenveld tegenstrijdige belangen. Zolang er een nadrukkelijke prioriteit ligt bij het opsporen van mishandeling, en niet bij het helpen en ondersteunen van gezinnen, kan een vriendelijkere werkwijze mijns inziens niet op grote schaal doorwerken.

Als de basis-overtuiging dat 'ouders schadelijk zijn voor hun kinderen' niet verandert, zullen ouders zich tegenover de hulpverlening blijven opstellen, precies zoals de hulpverleners zich opstellen tegenover de ouders; vijandig.

Graag uw toelichting over de 'checks and balances' en de verhouding van AMK-onderzoek v.s. Contra Expertise.

Met vriendelijke groet,

Sven Snijer


Antwoord van Adri van Montfoort, 6 november 2011

Beste meneer Snijer,

Sinds 1978 werk ik in en voor de jeugdzorg en in het bijzonder de jeugdbescherming. In verschillende rollen heb ik zowel het risico van ten onrechte niet ingrijpen als van verkeerd ingrijpen, ingrijpen in het verkeerde gezin en over-interventie gezien.

In de jaren tachtig was er een sterke beweging vóór de rechten van ouders die met de kinderbescherming in aanraking kwamen. Destijds richtte de kritiek van de ouders zich vrijwel geheel op de raad voor de kinderbescherming. De Tweede Kamer had ook toen al belangstelling voor deze kritiek en schreef een nota Rechtzetten.

Het aantal ondertoezichtstellingen was in de jaren 80 historisch gezien zeer laag. Vanaf de jaren 90 begon als reactie hierop de aandacht voor kinderen die werden mishandeld en waar ten onrechte niet werd ingegrepen. Zoals u ook noemt werd dit in de jaren na 2000 en vooral na de dood van Savanna nog veel sterker. Op dit moment is het aantal OTS’en historisch op het hoogste punt ooit – gerekend per minderjarige in ons land.

Verontrustend is in mijn ogen, dat de Tweede Kamer onlangs een wetsvoorstel heeft aangenomen waarin gedwongen interventie mogelijk wordt voor lichte opvoedproblemen. Dat zie ik als doorslaan van de slingerbeweging.
Naast deze macro-bewegingen ken ik schrijnende voorbeelden van beide uitersten. Een eindeloze ongevraagde en door betrokkene niet gewenste bemoeienis van het AMK en de Raad, na een niet onderbouwde melding door een ex-echtgenoot. Een langdurige OTS na een crisis in het gezin die wel serieus, maar duidelijk eenmalig was. Etc. Maar ook: kinderen die zijn overleden door mishandeling na herhaalde meldingen, zonder dat is ingegrepen. In de loop der jaren heb ik deelgenomen aan tientallen onderzoeken naar aanleiding van fatale kindermishandeling.

In sommige gevallen kostte het mij dagen om mijn verontwaardiging en afkeer weer de baas te worden en met de juiste afstand en ‘objectiviteit’ naar het geheel van gebeurtenissen te kijken.

Ik begrijp dat u de twee-koppigheid van dit probleem onderkent en dat u net als ik het belang van feiten in het onderzoek benadrukt. In mijn ogen is de kwaliteit van de beroepskrachten cruciaal.  De medewerkers in de jeugdzorg/jeugdbescherming in ons land zijn hoog opgeleid, maar er is te weinig gerichtheid op kritisch feitenonderzoek.

Een onderzoeker van het AMK of de Raad, of een gezinsvoogd staan niet onder ede en ze doen geen ‘waarheidsvinding’ in strafrechtelijke zin. Het geheel onderbrengen in het strafrecht is denk ik geen goede oplossing, al is het alleen maar omdat ook het strafrecht niet onfeilbaar is. Eileen Munro – hoogleraar in Londen – schrijft, dat de belangrijkste factor om fouten te voorkómen in de kinderbescherming is: dat de beroepskrachten erkennen dat ze het mis kunnen hebben. Ik denk, dat op dit punt verbetering mogelijk is. Daarbij denk ik aan op zichzelf genomen eenvoudige middelen, zoals het organiseren van tegenspraak binnen de jeugdbescherming.

Uw belangrijkste vraag of punt van kritiek is mijn voorstel om het AMK, de Raad voor de kinderbescherming en de uitvoering van de maatregelen (OTS en voogdij) onder te brengen in één nieuwe instantie (die ik overigens niet ‘nieuwe jeugdzorg’, maar ‘nieuwe jeugdbescherming’ noem).

U heeft gelijk dat in het huidige systeem een onderzoek door de Raad corrigerend kan werken ten opzichte van eerder uitgevoerd onderzoek door het AMK. Dat is echter wat mij betreft geen argument om deze twee systemen naast en na elkaar in stand te houden.
AMK/BJZ en Raad vallen onder verschillende overheden en verschillende wetten. De registraties sluiten niet op elkaar aan. Het is niet zo, dat het AMK vooral moet kijken naar het kind en de Raad naar de positie van de ouders: beide instanties moeten onderzoeken of een kind ernstig wordt bedreigd en moeten samenwerking zoeken met de ouders.

Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is op veel plaatsen expliciet over het belang van het kind om op te groeien bij de eigen ouders, de plicht van de staat om ouders te ondersteunen, etc.

Het werk van het AMK is in juridisch opzicht zwak onderbouwd. Een Raad daar achter is een omslachtige en niet logische oplossing voor dat probleem. In plaats van deze twee systemen wil ik één instantie, waar vanaf de eerste melding zowel de focus op veiligheid voor het kind als op samenwerking met de ouders is gericht. Samenwerking met de ouders houdt in gericht zijn op positieve elementen, maar daar vóór nog luisteren naar de versie van de ouders op wat er aan de hand is. De rechtspositie van ouders en kind moeten vanaf de eerste bemoeienis helder zijn – en niet pas na het eerste onderzoek.

Binnen deze instantie moeten er ‘checks and balances’ zijn ingebouwd, zoals een beoordeling door een niet-direct in de zaak betrokken beroepskracht en toetsing door een jurist.

De rechtspositie van de betrokkenen (ouders en jeugdige) moet op veel plaatsen worden verankerd. Hun lezing van wat er aan de hand is moet worden weergegeven in de rapportage. Zij hebben een recht op contra-expertise (niet ‘in bepaalde gevallen’; als ik dat ergens geschreven heb, bedoelde ik te zeggen dat in de huidige situatie soms een raadsonderzoek kan dienen als contra-expertise, maar de raad is niet opgezet voor die functie). Zij moeten het recht hebben om zelf een plan te maken en oplossingen voor te stellen.

Dan kom ik bij de rechter. Ik neem de rechter serieus als onafhankelijke instantie die een geschil moet beslechten, in dit geval tussen de instantie die bij voorbeeld een OTS nodig vindt en de ouder die zegt, dat dit niet nodig is. In de huidige situatie heeft de rechter daarvoor te weinig tijd en te weinig mogelijkheden om de instanties te sturen. Het is waar, dat de Raad dit euvel enigszins compenseert. Maar de raad is niet onafhankelijk.

De Raad is onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie en staat dus onder directe invloed van de politiek. Een oordeel over ingrijpen in een gezin is in mijn opvatting een fundamentele beslissing over de rechten van ouders en over de bescherming van het kind. Een dergelijke beslissing hoort in een democratische rechtsstaat te worden genomen door een rechter en niet door de uitvoerende macht (in casu de Raad). 

Ik ben me ervan bewust, dat een herontwerp omvangrijk is en dat het risico bestaat, dat de bescherming van het kind zowel als de rechtsbescherming van ouders onder druk komen te staan wanneer te snel en lichtzinnig de bestaande situatie wordt gereorganiseerd. 

Mijn voorstel is niet: “houd het AMK zoals het nu is en streep de Raad weg”. Dat zou reden kunnen zijn om geen herontwerp voor te stellen. Echter, de regering heeft een nieuw stelsel van Jeugdzorg aangekondigd, waarbij vrijwel alle zorg voor jeugdigen inclusief AMK en jeugdbescherming naar de gemeenten gaat. 

Dat kan: in vrijwel alle landen om ons heen is dit alles onderdeel van de gemeente of samenwerkende gemeenten, of de regio (county). Maar tot nu toe zijn de plannen van de regering juist op het punt van melding wegens vermoeden van kindermishandeling, onderzoek en uitvoering van maatregelen helemaal niet uitgewerkt. Dit betekent dus, dat er een herinrichting komt zonder dat wezenlijk is nagedacht over de vraag hoe we zowel de kans op de fout van ten onrechte ingrijpen als van ten onrechte niet ingrijpen kunnen terugdringen. In dat licht meng ik me in de discussie.

Uw vragen zijn omvattend. Ik heb er geen definitieve antwoorden op. Maar ik hoop met het bovenstaande wel iets meer mijn positie in de discussie te hebben verduidelijkt.

Met vriendelijke groet,

Adri van Montfoort


            Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
 http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

1 opmerking: