Pagina's

donderdag 29 augustus 2013

"Mama wil niet voor jou zorgen"

Wat heeft tot de uithuisplaatsing geleid van mijn kind?

Het was een combinatie van factoren. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Een burenruzie. Een wijkagent die langs gekomen was na éénmalige melding huiselijk geweld waarbij mijn oudste zoon betrokken was. Een ex-vriend die liet weten mij "helemaal kapot te gaan maken.” Een verkeerd advies van een cardioloog na een hartinfarct, met betrekking tot medicatie waardoor ik ontregelde. De inzet van Bemoeizorg van de GGD. En dat ik alleenstaande moeder was (met een rancuneuze vader op afstand).  

Verbijsterend 

Achteraf heeft het me verbaasd welke meningen, standpunten en oordelen "bekenden" of anderszins betrokkenen over ons aan de Raad voor de Kinderbescherming doorgaven. In de dossiers stonden verbijsterende opinies en conclusies, gepresenteerd als de enige echte waarheid. Er was geen onderzoek gedaan naar het waarheidsgehalte. Jeugdzorg of de Raad ‘vergaten’ naar de mogelijkheid van plaatsing van mijn kind in ons netwerk/familie te kijken.  

Na de uithuisplaatsing mocht ik niet weten waar mijn kind was. Er werd mij direct door de jeugdzorgvoogd medegedeeld dat mijn kind nooit meer terug thuis zou komen. Er was geen contact mogelijk met hem. Wij zagen elkaar voor het eerst -onder begeleiding- na drie lange maanden. Daarna meestal om de zes weken. Een half uur tot een uur. Later één maal per week telefonisch contact. Dat contact was niet vrijblijvend of erg vrolijk; er mocht niets ter sprake komen wat het kind zou kunnen belasten. "Mama heeft  je zo gemist", was bijvoorbeeld helemaal fout.

Binnen twee maanden werd mijn kind al in een perspectief biedend traject geplaatst. Perspectief biedend wil in Jeugdzorg-taal zeggen dat het kind niet meer terug thuis geplaatst gaat worden. Mijn kind werd in zijn eerste pleeggezin geconfronteerd met  seksueel misbruik en geweld door één van de eigen puberkinderen daar. De signalen hiervan werden door alle zogenaamde deskundigen niet herkend; er werd in plaats daarvan wel extra voor mijn kind gebeden.
 

“Mama wil niet voor jou zorgen”

Mijn kind begreep niet waarom ik het niet op kwam halen, zoals ik immers altijd had gedaan. Achteraf vertelde mijn kind dat hem voorgehouden werd dat zijn moeder helemaal niet meer voor hem wilde zorgen. 
 

In verband met zijn hechtingsproces werd aan mijn kind verteld dat het nooit meer terug zou gaan naar huis. In anderhalf jaar beleefde mijn kind wel overplaatsingen naar vijf pleeggezinnen (nieuwe woonplaatsen, nieuwe scholen, nieuwe vriendjes) Dit werd mijn kind niet van tevoren verteld. Mijn kind dacht dat hij niet lief genoeg geweest was. Dat het aan hem lag. Dat het zijn schuld was. Mijn kind is er door deze handelwijze van overtuigd geraakt dat niemand hem wil hebben.
 

Op de achtergrond was ik druk met het opvragen van dossiers, en plannen van aanpak, rechtszaken en hoger beroepszaken. Tijd noch moeite werden gespaard, bakken vol geld heeft dit gekost.
 
Dag en nacht bezig zijn met het weerleggen van beschuldigingen en door Jeugdzorg geconstateerde tekortkomingen en bedachte verdenkingen. Het leek kansloos. Leven deed ik voor dat enkele moment dat ik mijn kind kon zien. Wanneer je je kind op deze manier kwijt raakt, ga je kapot. 

Stichting KOG 

Ik vroeg second opinions aan bij specialisten, deed opvoedcursussen, vrijwilligerswerk, liet bloedcontroles uitvoeren in verband met medicatie...alles om maar aan te kunnen tonen dat ik wél competent ben om voor mijn kind te zorgen. Ik bleef op zoek naar bepalingen en wetsartikelen om bezwaar aan te tekenen wanneer dat nodig was. Ik kreeg hierbij waardevolle steun van Stichting KOG.

Het tij leek te keren, nadat het laatste pleeggezin besloot verder te gaan als gezinshuis. Mijn kind werd uitgebreid getest en onderzocht, want voor verblijf in een gespecialiseerd gezinshuis is een indicatie nodig die uitsluitend afgegeven kan worden als er sprake is van bijvoorbeeld een gedragsstoornis. Dit kon niet worden vastgesteld bij mijn kind!

Tijdens de daaropvolgende rechtszitting presenteerde ik met succes een terug naar huis plan. Ik had Thuiszorg bereid gevonden om dit te begeleiden in onze nieuwe woonplaats en zij ondersteunen ook met video-hometraining. Er stond bovendien een riant netwerk op papier, variërend van huisarts tot en met buren. School was uitgezocht, vrijetijdsclub ook. De gezinsvoogd had nog het meeste moeite met deze gang van zaken, want terugplaatsing stond lijnrecht tegenover haar oorspronkelijke standpunt. Toen ik mijn kind definitief mocht ophalen, was zij niet aanwezig. 
 

Strafrechtadvocaat 

Op juridisch vlak was Mr. Maarsingh uit Deventer iedere keer bereid deze zaak op zich te nemen. Dat is opmerkelijk, want hij is oorspronkelijk strafrechtadvocaat. Hij heeft het nu ook voor elkaar gekregen dat het verzoek voor verlenging van de OTS afgewezen is. Wat mij verder opviel was dat wij een rechter troffen, die zich wel degelijk enorm in de zaak verdiept had en zich niet liet verblinden door de vele stofwolken die tijdens de zitting opgeworpen werden.  

Die stofwolken bestonden uit het gebruikelijke register aan nieuwe bezwaren en verdachtmakingen, zoals twijfels over pedagogische capaciteiten, teveel tijd computeren van het kind, gezondheidsbezwaren van de moeder, mogelijke sociaal-emotionele problemen bij het kind op school, het ontbreken van bereidheid tot meewerken van de moeder, etc. Kortom; het doorsnee rijtje, maar dan zonder bewijzen. 

Ik ben niet ingegaan op alle nieuwe bezwaren, de werkwijze van of verhouding met de gezinsvoogd; ik heb uitsluitend gemeld dat de doelen van de vorige OTS uitspraak behaald zijn. Dit keer was het voor mij makkelijk om zakelijk te blijven en alleen in essentie te reageren. Voorgaande keren moest ik altijd als eerste van start gaan en dan jammer je alle kanten op. Nu waren de rollen omgedraaid. 

Rechter wijst OTS af

De rechter besloot niet over te gaan tot verlenging van de OTS en het verzoek hiertoe af te wijzen! Na vier jaar komt er hopelijk een einde aan onze Jeugdzorg-periode. Al zullen wij voortaan met "stijve pootjes" verder door het leven in Nederland moeten gaan. Omdat mijn kind zo'n heimwee had naar zijn eigen oude woonplaats, zijn wij terugverhuisd. Maar nu sámen! Mijn kind kon weer terecht op zijn oude school, bij zijn oude vriendjes.  

Onze verhuizing heeft wel tot gevolg dat wij bijna al die figuren weer tegenkomen die hebben bijgedragen aan het ontstaan van onze ellende. Door mijn ervaringen in de afgelopen jaren heb ik mijn inzicht over hulpverlening flink moeten bijstellen. Niet alleen over de hulpverlening, maar ook over Nederland en alle mensen die dit mogelijk hebben gemaakt. Eén ding is zeker; ik sta tegenwoordig héél anders in het leven.  

En mijn kind? Hij is beschadigd. Mijn kind heeft méér meegemaakt dan de gemiddelde 21-jarige. Af en toe komt er weer even een sprankelend doorkijkje naar zijn oorspronkelijke persoonlijkheid. En dit biedt goede hoop voor de toekomst.
 
 
Naam en gegevens bekend bij Jeugdzorg Dark horse

7 opmerkingen:

  1. Mama wil niet voor je zorgen, een mooi kindermishandelend signaal naar het kind van jeugdzorg:

    Bij het dossier en artikel http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/08/mama-wil-niet-voor-jou-zorgen.html :

    Het jeugdzorgniveau stelt dat onderzoek is het aannemen van beweringen als waarheid.
    Dus geen diagnostisch en therapeutisch verantwoorde waarheid, -onderzoek.

    Zonder aan therapeutische gevolgen en toekomstmogelijkheden te denken litigieus prejudiciëren dor met jeugdzorg-handelen de beste mogelijkheid voor het welbevinden van het kind af te kappen.

    Drie maanden niet de vertrouwde ouder en familie zien is vanuit ontwikkelingspsychologisch oogpunt kindermishandeling (‘institutionele kindermishandeling’ door BJZ).

    Te laag contact (minimaal is dagdeel per week) is een straf voor het kind, een verlatenheids-gevoel. Een niets-waard-zijn-gevoel. Omdat dit de eigenwaarde ondermijnt is dit een vorm van kindermishandeling door jeugdzorg.

    Een contact met repressie op spontaan kunnen reageren op het kind werkt in het ontvankelijk kind alsof de ouder je als kind niet serieus neemt. Deze onuitgelegde bevoogding werkt kindermishandelend in de psyche van het kind. Natuurlijke verbaliteit wordt door jeugdzorg verboden, wat een kind psychisch misvormt.

    Er moet aan de term “perspectief-biedend” deze betekenis in de praktijk gegeven worden: ‘er wordt ingezet op oudervervreemding en volgens de Regeling Normbedragen Jeugdzorg geld in het laatje tot 18 jaar’. Het heeft niets te maken met een juist perspectief voor het kind, zo zònder gespecialiseerd diagnostisch onderzoek. Dergelijke “trajecten” zijn traumatisch.
    Dit is speculeren met kinderen, als op de beurs.

    Het ‘perspectief’ blijkt op een grotere kans op seksueel misbruik (Samson), op verhoogde kans op disregulatie, onveilige gehechtheid (dat gezinsvoogden ‘hechtingsstoornis’ noemen), op grote kans op tienerzwangerschap en criminaliteit, op vroegtijdig schoolverlaten en lagere opleiding, en meer dat is aangetoond door o.a. Joseph J. Doyle jr. in 2007 en andere wetenschappers. Kinderen zijn beter-af thuis met passende begeleiding dan in één pleegsetting, bleek, en dat is ook door Jo Hermanns (in Zeeland) aangetoond: http://www.youtube.com/watch?v=F6Dthj9XBLU na 04:19 minuten)
    Ook is verdere overplaatsing een ondermijnen van vertrouwdheid, een stimuleren van verlatenheidsgevoel en schijnaanpassingen in de psyche.

    1-3>>>

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 2--3>>>

    Signalen negeren en wel bidden ervoor helpt niet en is geen ‘zorg’. Verre van dat.

    Een kind signalen geven alsof de biologische ouder (de genetische afkomst van het kind) niet meer geïnteresseerd is in het kind, is traumatisch, onpedagogisch, en een vorm van ondeskundige kindermishandeling waar de rechter uitgaat van deskundigheid.
    De afkomst denigreren in pleegsetting is tegen elke adoptiewetenschap in, goed vergelijkbaar met pleegzorg (Prof. Dr. R.A.C. Hoksbergen et al.. Hij adviseerde een IBAP reeds in 2000 voor specialistische zorg – voor adoptie- en pleegkinderen – dus moet het bekend zijn bij deskundigen in dit veld).
    Een kind moet een groot hart hebben voor zo mogelijk 4 ouders. Respectvol spreken over de herkomst wordt op de door Justitie verplichte VIA-cursus geleerd aan aspirant-adoptiefouders. Waarom niet tegen pleegzorgers en pleegouders?

    “Mama wil niet voor je zorgen” en “Je gaat nooit meer naar huis” zijn kindermishandelende signalen.
    Zeker daar jeugdzorg dient te weten dat een kind in dergelijke gevallen de schuld bij zichzelf zoekt, slecht voor het gevoel van eigenwaarde en een beheersbaar wereldbeeld voor een gezonde maatschappelijk-sociale toekomst. Dit jeugdzorg-handelen heeft een levenslang gevolg.
    Het heeft niets met optimaliseren van schijnhechting te maken! Zeer ondeskundig, zeer onpedagogisch! http://silkslides.com/S9dEk vertelt meer over gevolgen van pleegplaatsen.

    Het meermaals overplaatsen naar andere pleegsettingen wijst op een te grote ondeskundigheid om de UHP-machtiging in stand te houden of te verlengen (Ook de OTS kan dan vervallen). Dan dient de rechter een echte, meer deskundige te benoemen dan jeugdzorg; bijvoorbeeld een adoptie(zorg)deskundige of hechtingsdeskundige (http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/therapeuten ).
    Het kind gaat voor!
    Er dient (door de rechter) in dergelijke gevallen gewerkt te worden naar ‘hulp thuis’, want overplaatsingen na de afgestaan-ervaring door de UHP induceren in het pleegkind een secundaire relationele gedragsstoornis (Ger de Lange; F. Juffer). http://www.hechting.eu/index.php?pagina=literatuur.txt .

    De zorg die de ouder levert met haar wettelijke verantwoordelijkheid (BW1:247) wordt afgestraft onder de noemer naar de rechter: “moeder werkt jeugdzorg tegen”, “moeder is een gevaar voor het kind”. Voor de inzet tot een optimaal hulptraject en voor het eindelijk toepassen van diagnostieke waarheidsvinding wordt een ouder zo bij de rechter afgeserveerd.

    Een ‘onderzoek’, hoe schijnbaar uitgebreid en ‘getest’ ook, voor een indicatie gezinshuis is geen valide diagnostisch onderzoek, waar het voor de hand ligt eerst een (gefaseerde) thuisplaatsing te onderzoeken in het belang van het kind.
    Hoe kan een gezinsvoogd het in haar hoofd halen, zo moet men zich bedenken, om na onderzoek dat wijst op thuisplaatsen nog aan verlengen van OTS te denken, waar deze slechts verslechtering heeft gebracht in de psyche van het kind?!

    In deze zaak verdient die laatste rechter een pluim om te onderkennen dat opeens komen door de gezinsvoogdij met nieuwe bezwaarpunten een bespelen van de rechter betreft, en niets te maken heeft met psychisch-fundamentele belangen van het kind.
    Bij elke verlenging OTS kan een rechter verwachten dat de gezinsvoogdij/jeugdzorg smoesjes oppert waar geen valide bewijs voor afgegeven kan worden, laat staan dat deze uitleg kan geven hoe dat dan wel psychisch optimaler werkt dan thuisplaatsen. Het schemeren met ‘veiligheid’ is doorzichtig, aangezien een kind zo niet voelt.

    Dat een kind na zoveel overplaatsingen door de gezinsvoogdij schade heeft geleden, mag geen reden zijn voor het onthouden aan contact met en opvoeding door de familie; de schade kwam door pleegzorg/UHP. Dat mag de ouder(s) niet aangerekend worden; die verdienen naar BW1:257 hulp wegens het belang van de kind-ouderband en het oorspronkelijke family-life (IVRK 24 resp. EVRM 8).

    2--3>>>

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 3--3>>>

    Men mag zich afvragen wie nu moet bewijzen? Beweringen zijn geen feiten.
    Zowel het gezin als de jeugdzorg/gezinsvoogdij zij juridische partijen, met hun zwakheden en sterke informatieve kanten, want een ouder kent het kind beter dan jeugdzorgwerkers die maar een tipje aan tijd het kind zagen.
    Daarom is vòòr aanvang van UHP een diagnostische nul-meting noodzakelijk en kindbeschermend.

    Jeugdzorg-bemoeien belast een kind meer dan een (psycho)medisch specialist.

    Deze case bewijst het belang van de vertrouwde omgeving van het kind.
    Nu mag de familie de schade door jeugdzorg opvangen en betalen. Want jeugdzorg kent geen financiële aansprakelijkheidsverzekering zonder enorme en belastende strafrechtelijke rechtsgangen. Jeugdzorg kent geen effectief excuus.

    Jeugdzorg zorgt niet dat de lasterlijke figuren die hebben bijgedragen aan de verkeerde nul-meting tot UHP worden gestraft of gecorrigeerd, opdat het kind in een frisse vertrouwde omgeving terugkomt.

    Wie was nu de 'bedreigende' kindermishandelaar naar BW1:254, lid 1, waarop de Raad en Jeugdzorg een beroep deed naar de rechter om tot OTS+UHP te komen???
    Wie? -
    Ja: BJZ/AMK/RvdK!

    Eigenlijk hebben we het vaker gezegd:

    De bedreiger dient weggeplaatst te worden uit de vertrouwde omgeving van het kind, en niet het kind zelf.
    Gezonder!
    Een verantwoordelijkheid van de kinderrechter.

    <<<--<<<

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zolang Jeugdzorg 20.000 euro krijgt voor een uithuisplaatsing, blijft dit een aantrekkelijke verdienste.
    Wettelijke aanpassing op deze "verleiding "is noodzakelijk.
    Wie weet hoe je een wet die niet deugt moet aanpakken?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jeugdzorg krijgt 40.000 a 50.000 euro voor een uithuisplaatsing. Eigen woorden van Erik Gerritsen in het blad Jong aan de Amstel. Ook via internet te lezen.

      Ranada van Kralingen

      Verwijderen
    2. Nog nooit heb ik een antwoord gekregen op DEZE vraag:
      WAAR GAAT AL DAT GELD NAAR TOE??????

      Verwijderen
  5. Feiten vanuit Accare:
    "Het is misschien goed een paar veel gehoorde misverstanden te noemen.

    Een eerste is dat alle kinderen die in de kinderpsychiatrie geholpen worden medicijnen zouden krijgen. Dat geldt voor een minderheid. Verreweg de meeste behandelingen zijn gesprekken en trainingen met kinderen en/of ouders. (Die blijken evidence-based effectief en duren korter dan jeugdzorg-trajecten).

    Een tweede misverstand is dat kinderpsychiatrie duur is. Kinderpsychiatrie is specialistisch (diagnostische) zorg en "specialistische zorg is duur", is de redenering. Het zijn appels en peren, maar een kind één jaar in zorg in de jeugd-GGZ kost gemiddeld € 4.000 -inclusief de heel dure zorgvormen-, terwijl een kind wat één jaar in de jeugdzorg in zorg is € 24.000 kost. We kunnen dus niet heel makkelijk zeggen dat het een duur is en het ander niet."

    Gemiddeld duurt een j-GGZ-traject 460 dagen, en dus kost dit gehele traject van € 5.000,daarentegen kost een JZ-traject ruim 4 jaren x 24.000 = € 100.000 aan belastinggeld.

    Dit zijn gemiddelden inclusief uitersten.
    Over het geheel genomen is j-GGZ dus effectiever en goedkoper voor de gemeenten die nu hun zorginkoop moeten regelen en structureren.

    Wat doet uw gemeente?
    Koopt deze de mooigepraatte 'jeugdzorg met nieuwe namen maar oude jeugdzorgcultuur' in, of maken ze de regionale deskundigen en artsen declarabel, waar deze straks niet zorgverzekerd zullen zijn, zonder verwijsbrief van de sociaal werkster van de gezinsregie die namens de gemeente-ambtenaar handelt.

    We zien het al met ouderenzorg (Wmo): goedkope indicaties leiden tot duurkoop-trajecten. "Geen indicatie verkregen voor een rollator, dus de rollator niet vergoed?, dan maar in een dure zorgflat."
    Het een valt buiten het vakje van hun werk, dus wordt er niet over die keuzegrens heen gekeken. Star.
    Het verschil in kosten is aanzienlijk;
    Het leed is aanzienlijk.
    Wat kiest de gemeente aan niveau?

    BeantwoordenVerwijderen