Rapport ‘Onderaannemers in de Jeugdzorg’ van maart 2013
Na mijn verwarring over het
antwoord van staatsecretaris van Rijn aan Vera Bergkamp ben ik mij iets meer
gaan verdiepen in Onder- en Hoofdaannemers in de Jeugdzorg. De Inspectie
Jeugdzorg heeft zich daar al veel langer mee beziggehouden. Enkele gedeelten
uit de samenvatting van het rapport:
In 2012 heeft de Inspectie
Jeugdzorg onderzoek gedaan naar de uitbesteding van jeugdzorg door
hoofdaannemers aan onderaannemers. Hoofdvraag
hierbij was of de uitbesteding van jeugdzorg van hoofdaannemers aan
onderaannemers op een verantwoorde manier plaatsvindt. In 2011 heeft het
Interprovinciaal Overleg (IPO) in overleg met de inspectie een protocol
opgesteld, het Protocol voorwaarden inzet
particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer. Met dit onderzoek
is de inspectie nagegaan of in de praktijk wordt voldaan aan de voorwaarden uit
het protocol.
Op 1 september 2012 hadden
acht hoofdaannemers in totaal 177 jeugdigen met een jeugdzorgindicatie voor
24-uurszorg bij een particuliere onderaannemer geplaatst.
De inspectie heeft acht
onderaannemers bezocht, vijf gezinshuizen die zijn aangesloten bij Gezinshuis.com
en drie overige onderaannemers.
Bij hoofdstuk 3 geeft de
inspectie een beschrijving van de situatie die aangetroffen is bij de
onderaannemer. Voor de duidelijkheid wordt hier opgemerkt dat de inspectie
uiteindelijk een oordeel geeft over de hoofdaannemer.
Het eindoordeel over
de uitbesteding van de inspectie luidt:
- Bij vijf van de acht hoofdaannemers vindt de
uitbesteding van jeugdzorg voldoende verantwoord plaats.
- Bij één hoofdaannemer is de uitbesteding van jeugdzorg
matig te noemen.
- Bij twee hoofdaannemers luidt het eindoordeel van de
inspectie dat de uitbesteding van jeugdzorg aan onderaannemers onvoldoende
verantwoord plaatsvindt.
- Voor alle hoofdaannemers geldt dat er belangrijke
inhoudelijke verbeterpunten zijn voor de uitbesteding van jeugdzorg aan
onderaannemers.
De Inspectie Jeugdzorg heeft
tot slot een aantal belangrijke verbeterpunten aangetroffen voor de hoofdaannemers.
Deze verbeterpunten gelden niet in even grote mate voor alle hoofdaannemers en
soms slechts voor een enkele.
De verbeterpunten zijn als
volgt:
- Niet voor alle medewerkers van de onderaannemers is
een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) beschikbaar;
- Jeugdigen zijn onvoldoende bekend met de
klachtenprocedure en de vertrouwenspersoon van de hoofdaannemer;
- Medewerkers van de onderaannemers zijn niet altijd
toegerust voor de doelgroep;
- Bij de onderaannemers is het toezicht op de jeugdigen
’s nachts niet overal toereikend;
- Het aanbod van de onderaannemers sluit niet altijd aan
op de zorgvraag van de jeugdige;
- Het toezicht op de kwaliteit van de onderaannemer door
de hoofdaannemer is niet overal voldoende;
- Incidenten die zich voordoen bij onderaannemers worden
niet eenduidig en herkenbaar geregistreerd.
De inspectie heeft per
verbeterpunt aanbevelingen gedaan aan de hoofdaannemers.
Deze aanbevelingen dienen
aantoonbaar te zijn geïmplementeerd vóór 1 juli 2013.
De inspectie heeft de provincies
aanbevolen hierop toe te zien.
Wat me opvalt bij
lezing van het hele rapport? Het wordt zo ‘omfloerst’ geformuleerd.
Het is weer de
papieren tijger, die zijn tandenloze bekkie laat zien aan degene die het zich bij
voortduring veroorlooft recht- en regelgeving aan de laars te lappen.
Want, de inspectie
constateert dat de klachtenprocedures en vertrouwenspersonen van
hoofdaanbieders onvoldoende toegankelijk zijn voor de jeugdigen. De inspectie
heeft geconstateerd dat in geen enkel geval de vertrouwenspersoon de jeugdigen
bezoekt bij onderaannemers. De inspectie constateert dat de rechtspositie van
de jeugdigen onvoldoende gewaarborgd is. Vervolgens laat de inspectie het over
aan de hoofdaannemers om hier iets aan te verbeteren.
Nog een puntje. De
inspectie constateert: bij de helft (vier van de acht) van de onderaannemers
zijn de medewerkers niet volledig of onvoldoende toegerust voor de jeugdigen
die in huis zijn. Ze hebben niet altijd een toepasselijke opleiding voor het
werken in de jeugdzorg. Ook volgen zij niet altijd aanvullende trainingen. Een
ontoereikende opleiding leidt tot het risico dat jeugdigen niet de zorg krijgen
die zij nodig hebben. Vervolgens laat de inspectie het over aan de
hoofdaannemers om hier iets aan te verbeteren.
En dan: ‘Voor 1
juli 2013 moet een en ander aantoonbaar verbeterd zijn,’ zegt de inspectie.
Ziet de inspectie
hier zelf op toe? Nee! De inspectie schuift dat op het bordje van de Provincie. Ik denk, dat de provincies het
waarschijnlijk op hun beurt weer zullen doorschuiven naar de gemeentes. Of is
het wachten op een incident? Waarna er weer een 13 uur durend debat in de
Tweede Kamer volgt over de vraag: Is dit nu een incident of hebben we te maken
met een systeemfout?
YB
Geen opmerkingen:
Een reactie posten