Pagina's

maandag 28 oktober 2013

Jeugdzorg Dark horse geen ingebakken vlieg



Beste lezers, 

Bij nader inzien lijkt het format van de avond van 6 november 2013 in de Balie niet te passen in de doelstelling van Jeugdzorg Dark horse; het mensen ervan doordringen dat de werkelijke omvang en ernst van de misstanden in de jeugdzorg en de feitelijke oorzaken daarvan (niet de zogenaamde dilemma’s van de hulpverlener) aan het licht zullen komen. 

Wij hebben inmiddels het document van de RMO ‘Het onbehagen voorbij’ waar het thema van de drie avonden op afgestemd is gelezen en zijn van mening dat het leidmotief van ‘de onderbuik voorbij’ voor ons niet van toepassing kan zijn op een zinvolle discussie over Jeugdzorg. 



(op 50:52 Peter Prinsen)

Onbehagen 

Het RMO-rapport geeft in grote lijnen aan dat er veel maatschappelijk onbehagen is dat niet gefundeerd is door feitenkennis, maar op een te gemakkelijke meningvorming- en uiting daarvan, bijvoorbeeld op internet en te weinig onderbouwing, gecombineerd met een uitblijven van oplossingen, of constructieve bijdrage van verbeterpunten.  

Daarbij wordt er in het rapport naar ons idee een soort pseudo-sociologie bedreven die een generalisering betreft van het psychologisch individuele proces of de psychische zijnstoestand van individuen en hoe hun eigen levensstatus (tevredenheid met zichzelf/zelfbeeld) van invloed is op hun politieke of maatschappelijke bewustzijn. Het is kenmerkend voor het rapport dat specifiek PVV’ers worden genoemd als vertegenwoordigers van de mensen met een laag zelfbeeld en het daarbij behorende gebrek aan engagement en het niet in staat zijn of er geen behoefte aan te hebben om de dieperliggende structuur van maatschappelijke problemen te begrijpen. 

Het zijn op zichzelf interessante analyses die naar voren worden gebracht over het persoonlijk gevoel van welzijn van mensen, of het gebrek daaraan en de relatie daarmee met hun 'in de maatschappij staan' en het vertrouwen of gebrek aan vertrouwen in hoe de maatschappij zich zal ontwikkelen. Helaas worden deze analyses misbruikt, of kunnen misbruikt worden om te betogen dat mensen die kritisch zijn (een onderbuikgevoel) proberen te maskeren dat zij ontevreden zijn met zichzelf en daarom clichés aangrijpen om zich in maatschappelijke termen negatief te uiten, in plaats van zichzelf gelukkig te maken.  

De onderbuik 

Het doel van het rapport en ook van de drie avonden in de Balie is al van te voren duidelijk. ‘De onderbuik voorbij’, wat wil zeggen een poging doen om de oppervlakkige meningen voorbij te gaan en de achtergrond van dingen te gaan begrijpen, zodat er een zinvolle en opbouwende manier van omgaan met een maatschappelijk probleem ontstaat. 

Waar voor ons de schoen wringt, is dat wij van mening zijn dat er naast de oppervlakkige meningen over jeugdzorg, ook al decennia lang heel goede en wetenschappelijk onderbouwde meningen over jeugdzorg naar voren zijn gebracht door diverse kritische instanties en personen. Jeugdzorg Dark horse is de zoveelste in dat rijtje. Dat kritiek stelselmatig terzijde wordt geschoven en dat de onderliggende structuur van de problemen in de jeugdzorg nooit boven water is gekomen, is niet een kwestie van te gemakkelijke of een te weinig inhoudelijke kritiek.  

Het feit is dat jeugdzorgouders maar een betrekkelijk klein deel van de bevolking uitmaken. Er gaat 4 miljard naar de Jeugdzorg (waarvan een deel jeugdreclassering) en bijvoorbeeld 80 miljard naar de sociale zekerheid. Wat er in de Jeugdzorg misgaat raakt te weinig mensen en daarbij maakt het stigma dat je als jeugdzorgouder hebt je á priori minder geloofwaardig voor ambtenaren, politici, bestuurders of politie.  

Geen behoefte 

Wij voelen geen behoefte om aan een discussie mee te doen waarvan de uitkomst al duidelijk is. Het is onze intentie om de onderbuik niet voorbij te gaan, maar er juist dieper in te duiken. De jeugdzorgmigraine van politici zal niet eerder verdwijnen dan dat ze echt naar de spijsvertering van de bevolking gaan luisteren. Veel ervaringsdeskundigen en wetenschappers vinden de kwaliteit van Jeugdzorg niet te verteren. 

En de concrete oorzaken die tot dit misselijkmakende gevoel leiden worden nog steeds niet volledig onderkend. Zo is het amendement van D66 en VVD voor waarheidsvinding een goed bedoelde poging om aan de jarenlange onvrede van ouders tegemoet te komen, maar het laat zien dat deze politici van de dagelijkse praktijk van familierechtzittingen weinig kaas gegeten hebben. Het is weer eens een oplossing op papier. http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/10/amendement-waarheidsvining-vooralsnog.html

Deze brief heeft niet als doel om het hele scala van fouten in de jeugdzorgconstructie op te sommen, maar om aan te geven dat een discussie over Jeugdzorg niet moet gaan over de uitvoering van jeugdzorgtaken, maar over het ontwerp van het hele jeugdzorgsysteem, want ook in de nieuwe wet op de jeugdzorg zijn veel van de oude mankementen voort blijven bestaan. 

Irritatie 

Met name roept het RMO rapport en de hierop gebaseerde discussie avonden bij ons irritatie op, omdat de boodschap van het rapport en de vormgeving van de nieuwe Jeugdzorg vanaf de Transitie naadloos op elkaar aansluiten. Zowel de Transitie met haar Sociale Wijkteams, Ouder- en Kindadviseurs en Civil Society alsook de RMO streven naar een participerende maatschappij waarbij dingen SamenDoen de oplossing moet brengen. Volgens de RMO zou de overheid niet teveel taken naar zich toe moeten trekken en als haar verantwoordelijkheid moeten zien, maar meer de burger zelf verantwoordelijk laten zijn in kleinere sociale eenheden, zoals wijken en regio’s.  

Het bezwaar hierbij, zeker als het gaat om Jeugdzorg, is dat door het versterken van de sociale cohesie getracht wordt een beter Jeugdzorg te creëren ingebed in de rest van het sociale leven, waarmee het disfunctioneren van Jeugdzorg dat we decennialang gezien hebben gecamoufleerd zal worden.  

Machtsmisbruik 

Leugens in rapporten, (die door dossieronderzoek aan het licht zijn gekomen), in de rechtszaal, machtsmisbruik door jeugdbeschermers, onkunde, onervarenheid die voor zoveel menselijk leed heeft gezorgd voor zo lange tijd is nooit fundamenteel onderkend en wordt ook niet fundamenteel onderzocht. De werkgroep Jeugdzorg waar de nieuwe Jeugdwet uit is voortgevloeid had eigenlijk een Parlementaire Enquête moeten zijn. Het nieuwe bestuurlijke model is mensen hun individualiteit voor een aanzienlijk deel af te nemen en van hen groepsdieren te maken die elkaar moeten helpen, opgelegd door de overheid vanuit enerzijds de behoefte aan meer sociale cohesie (doorgeslagen individualisme) en anderzijds een onbetaalbaar wordende verzorgingsstaat. 

Discussies over Jeugdzorg waarbij politici en journalisten aanvankelijk een kritische insteek hebben, verzanden na verloop van tijd altijd in valse dilemma’s die suggereren dat de aard van het werk zelf, de ethische kwesties die aan de orde zijn voor onvermijdelijke problemen zorgen in de uitvoering van jeugdzorgtaken, er van uitgaande dat de jeugdwerkers het altijd ‘goed bedoelen’ en dat het instituut Jeugdzorg over de hele linie genomen goed functioneert en belangrijk werk doet. 

Verkeerde aannames 

Dit zijn twee verkeerde aannames. Ten eerste is de structuur van Jeugdzorg een zeer merkwaardige constructie, omdat in de jeugdbescherming twee tegenovergestelde taken dooreen lopen, het beschermen van kinderen en het helpen van ouders bij de opvoeding, die sinds de oprichting van Bureau Jeugdzorg voor problemen hebben gezorgd. Het ondersteunen van gezinnen valt onder Volksgezondheid en het beschermen van jeugdigen valt onder Justitie. 

De fundamentele zwakte van het misbaksel Jeugdzorg is dat te allen tijde de falende hulpverlening gemaskeerd kan worden door het gezin vanuit een hulpverleningstraject naar het gedwongen kader over te hevelen (wat valt onder Justitie) zodat de hulpvraag omgevormd wordt tot een risicovraag omtrent de veiligheid van de kinderen, waardoor de ouders vanaf dat moment volstrekt irrelevant zijn. De schuld van falende hulpverlening kan op deze manier altijd bij ouders worden neergelegd. 

‘Goede intenties’ 

Daarnaast rust er een taboe op het twijfelen aan de ‘goede intenties’ van hulpverleners, instanties en scholen. Professionals schijnen geen mensen te zijn met de zwakheden en kleinzieligheden van iedere sterveling, maar uit hoofde van hun functie per definitie betrouwbaar. Fouten maken doen zij zoals verondersteld altijd  ‘per ongeluk’ of door ‘te grote werkdruk’. Men schijnt collectief niet te begrijpen dat in een samenleving die geregeerd wordt door angst juist de angst voor reputatieschade voor individuen en instanties vaak leidend is voor het handelen. 

Vooral voor grote instituties valt er veel te verliezen als er onfrisse zaken naar buiten komen. Geen wonder dat men ze graag afdoet als incidenten en beterschap belooft, maar ze niet tot de bodem laat uitzoeken. Het is opmerkelijk dat politici en bestuurders kunnen aannemen dat mensen die zoveel macht gegeven wordt als de gezinsvoogden, waarvoor in de nieuwe Jeugdwet juist weer extra ruimte geschapen zal worden om het eigen oordeel en de eigen ‘professionaliteit’ te volgen (met de intentie om ook indicatiebesluiten en Plannen van Aanpak af te schaffen, zodat ouders niets hebben op papier om hun rechten aan te ontlenen) er zomaar vanuit gaan dat zij die macht niet zullen misbruiken.  

Beerput 

Terwijl er van machtsmisbruik van gezinsvoogden, of teamleiders van AMK/Jeugdzorg/RvdK toch talloze bewijzen voorhanden zijn. Ook BJZ-bestuurders maken zich hier schuldig aan en zelfs Staatssecretarissen en ministers proberen met gedupeerde jeugdzorgouders soms tot oplossingen achter de schermen te komen, zodat de werkelijke beerput niet hoeft worden uitgegraven en in de publiciteit terechtkomt.  

Een goede manier voor politici om te doen of hun neus bloedt, is hun eigen ondeskundigheid op dit gebied te verhullen met een ‘vertrouwen’ op de mensen in het veld. Ten onrechte hechten ze geloof op het zelfregulerende vermogen van de sector. Vandaar dat Jeugdzorg vaak zichzelf mocht verbeteren en controleren. Wij kunnen dus niet deelnemen aan een discussieavond als men meent ergens voorbij te moeten gaan dat naar onze mening nog onvoldoende is onderkend of geïdentificeerd.  

Pro-jeugdzorg 

De meeste sprekers voor deze avond zijn pro-jeugdzorg of op zijn best neutraal, waarbij de neutraliteit van sommigen zelfs betwijfeld mag worden gezien hun opdrachtgevers in het verleden. Het gewenste resultaat van de discussie ligt al vast en het heeft er de schijn van dat Jeugdzorg Dark horse is uitgenodigd als kritisch geluid om de discussie een ogenschijnlijk evenwichtig karakter te geven. Wij zijn echter niet van plan om in de rol te stappen van de ontevreden burger (het PVV-ertje van de avond), de ingebakken vlieg, omdat onze kritiek op Jeugdzorg veel dieper gaat dan het zogenaamde dilemma van te vroeg of te laat ingrijpen. De werkelijke discussie zou moeten gaan over de vraag waarom Jeugdbescherming na 68 jaar nog steeds niet professioneel genoemd kan worden in de kwalitatieve zin van het woord. 

Om deze reden zullen we op de bewuste avond niet verschijnen. 

Jeugdzorg Dark horse

Sven Snijer
Ranada van Kralingen

2 opmerkingen:

  1. Juist omdat JzDH eerst onderzoekt, zich op onafhankelijke wetenschap en juristen laat baseren, en op diverse 'feestjes van jeugdzorg' (en Inspectie) vanuit hogere politieke regionen reeds dubieuze toezeggingen zijn gedaan die raken aan onwettigheid en privacy, is dit verhaal juist gezien.
    De 'verhalen' van JzDH zijn geen meningen, maar onderzoeksfeiten, en soms wat ludieks ertussen. En, ja, soms een opnie-artikel, maar met een harde basis.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook in bovenstaande en onderstaande artikelen op deze blog blijkt dat de politiek door betaalde lobby van JN (BJZ's) is verleid tot het navolgen van de JZ-mooipraat.

    De grote en gevaarlijke gaten in de mooie plannen, de verkooppraat, worden niet gezien.

    Waarom zou je als politicus of ambtenaar ook zelf denken en onderzoeken?

    Het wordt duidelijk dat ouders PREVENTIEF voor eigen diagnostische zorg moeten zorgen, met schriftelijk bewijs, met diagnostische rapporten, ook al is er niets aan de hand, omdat de beweringen vanuit jeugdzorg 'als 'professioneel' aangenomen' worden geloofd door rechters zonder medische opleiding, en ja, rechters hebben een juridische en geen medische opleiding als academici.

    Kinderen zenden voor (ondeskundige) waarnemers signalen uit, die altijd wel kunnen wijzen op een mogelijk teken van verwaarlozing, van afwijkende ontwikkeling, of mishandeling, binnen een te brede bandbreedte, zodat alle kinderen onder een AMK-melding kunnen vallen.

    Het is nu, met de reclame om te melden, een Russische roulette wanneer uw gezin aan de beurt is om met suggesties, beweringen vanuit de lucht, en insinuaties te worden overvallen door de werkgelegenheidsverschaffende jeugdzorg.

    Ouders moeten zelf voor bewijzende diagnostiek zorgen, vooraf aan de overval, ook als het kind binnen een onbestemde bnandbreedte valt. Omdat die breedte vaag is, kan er niet vast gemeten worden.
    En daar maakt Jeugdzorg gebruik van.
    Wie heeft gelijk, de laag-opgeleide professional of de belezen en cursusgevolgde ouder die niet 'professioneel' heten?, Juist: de rechter gelooft de 'professional', ondanks dat die lager is opgeleid dan de juridisch academicus.
    Jeugdzorgwerkers (Gezinsvoogden, Gezinsregissers) zijn niet academisch gevormd en geen diagnosten!
    De Jeugdwet beschermt niet tegen beweringen vanuit deze lage 'professionaliteit'.
    Jeugdzorgwerkers zijn niet academisch en geen diagnosten! Maar ze mogen het van de rechter......

    Het is dus uiteindelijk de keuze van de ouder of die overvallen wil worden, met of zonder preventief diagnostisch rapport.

    BeantwoordenVerwijderen